Kinderoefentherapie
Kinderoefentherapie
Kinderoefentherapie is een specialisatie binnen de algemene oefentherapie. Het is speciaal gericht op het behandelen van kinderen die door welke reden dan ook achter blijven qua motoriek in vergelijking tot hun leeftijdsgenoten.
Net als bij de algemene therapie sluiten de oefeningen, die tijdens de behandeling gedaan worden, aan bij de dagelijkse houdingen en bewegingen van het kind. Kinderen spelen het grootste deel van hun tijd. Ze klimmen, springen, rennen, gooien met een bal, etc. Dit zijn zeer belangrijke en nuttige vaardigheden die ze nodig hebben in hun verdere leven. Ook knippen, knutselen, plakken en schrijven, zijn van belang. Bij sommige kinderen gaat dit wat moeizamer dan bij andere kinderen. Vaak ontwijken ze deze taken, omdat ze weten dat ze het niet goed kunnen. Of, ze mogen soms niet meedoen met spelletjes. Dit kan beide ervoor zorgen dat de vaardigheden niet worden geoefend. Dat wil echter niet zeggen dat er niets aan gedaan kan worden. Het doel van de behandelingen is niet alleen de ontwikkeling van de vaardigheden, maar ook dat het kind weer plezier krijgt in de bijbehorende activiteiten.

Waarom nu kinderoefentherapie?
Oefentherapie Cesar gaat uit van het geheel. Dat houdt in dat niet alleen naar de motoriek van het kind, maar ook naar de omgeving en motivatie wordt gekeken. Zo kan het zijn dat bij kinderen die moeite hebben met schrijven het probleem niet zo zeer alleen in de fijne motoriek zit. Het kan namelijk zijn dat er een achterstand is in een ander aspect van de basismotoriek, zoals evenwicht, waardoor dit het schrijven in de weg zit.
Onderzoek
Wanneer er een vermoeden is van een motorisch probleem kan er een motorisch onderzoek worden uitgevoerd. Tijdens dit onderzoek krijgt de therapeut inzicht in het motorisch niveau van het kind. We maken onder andere gebruik van de movement-ABC en observaties. De volgende onderdelen van de motoriek worden bekeken:
- Evenwicht
- Grove motoriek
- Oog-handcoordinatie
- Fijne motoriek / schrijfmotoriek
- Tijd/ ruimtelijke oriëntatie en lichaamsschema
- Houding en beweging
Van het onderzoek wordt een verslag gemaakt en bij toestemming verstuurd naar huisarts, eventuele andere verwijzer(s) en school.
Behandeling
Het kind ontwikkelt zijn motoriek in een bepaalde volgorde. Tijdens het oefenen van alle onderdelen moet rekening worden gehouden met de motorische ontwikkelingsfases en de specifieke problematiek van het kind.
Het kind wordt in het begin meestal één maal per week behandeld. Tijdens de behandeling wordt spelenderwijs de motoriek geoefend. Hierdoor wordt er bewegingservaring opgedaan. Door variatie aan te bieden, oplopend van eenvoudig naar complex en van grof naar fijn, oefent het kind zijn motorische vaardigheden. Door deze opbouw wordt er gewerkt aan zelfvertrouwen. Waardoor het bewegen vanzelfsprekender wordt, de achterstand langzaam verdwijnt en leeftijdsadequaat wordt.

Vergoedingen
Bij kinderen onder de 18 jaar worden de behandelingen door alle zorgverzekeraars tot en met 18 behandelingen vergoed uit het basispakket, indien er sprake is van een aantoonbare motorische achterstand of participatieprobleem. Mochten er meer behandelingen nodig zijn, worden die afhankelijk van de zorgverzekeraar vergoed vanuit de aanvullende verzekering. Informeer bij uw zorgverzekeraar hoeveel behandelingen dit zijn.